Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [2]Zijn [3]geest gaat uit, [4]hij keert wederom [5]tot zijn aarde; te dienzelfden dage [6]vergaan zijn [7]aanslagen. 2. Te weten, van des mensen kind, of van den prins. 3. Dat is, zijne ziel. Het is een omschrijving van den dood. Zie de aantekening bij Gen.35:18. 4. Te weten, de mens, welverstaande zoveel het lichaam aangaat. 5. Dat is, tot de aarde, waar hij van gemaakt is; Gen.2:7, en Gen.3:19; Pred.12:7. 6. En dienvolgens ook het vertrouwen, dat gij op hem gesteld hadt. 7. Dat is, voornemens.